We hebben ons al meermaals verbaasd de afgelopen anderhalve week over de Japanners. Het zijn zulke beleefde, nette, vriendelijke mensen en zo behulpzaam en gastvrij, dat het moeilijk voor te stellen is wat voor krijgers het waren in oorlogstijd. Punctueel en alles volgens protocol, dat dan ook zeker wel. Zo zag ik laatst een groepje schoonmakers de trein uitstappen nadat ze klaar waren met hun werk. Eén voor één stappen ze naar buiten, kijken en wijzen met hun hele rechterarm naar links… kijken en wijzen hele linkerarm naar rechts… en dan pas uitstappen. 5x precies hetzelfde! Gezien het hek dat er staat denk ik niet dat de procedure nodig is, maar volgen doen ze het. Daarna wordt het materiaal keurig in een kast opgeborgen om vervolgens door iemand anders gecontroleerd te worden. OK, dit is bijna eng, maar keurig is het hier wel!
In Fukuoka stappen op we onze eerste avond af op een druk bezochte Yatai. Een mobiele eetkraam rondom het Tenjin station. Nadat we even staan te wachten schikken de overige gasten een beetje in en maken daarmee plaats voor ons. Voordat we goed en wel zitten hebben we met een aantal mensen contact! Hey, maar dat is gezellig! Wij vragen wat we zouden moeten eten en zij waar wij vandaan komen. “Hollanda” zingt even rond door de kraam en we krijgen vrolijk toeknikkende blikken van onze eetgenoten. We voelen ons thuis en nemen beide een Shochu te drinken… Een Japanse cocktail met rijstwijn (Sake) of vergelijkbaar, beetje aangelengd, veel ijs en een schijf limoen. Lekker fris! Want het is weliswaar donker, maar nog steeds drukkend warm! We bestellen op aanraden Gyoza en zijn zeer verrast te ontdekken dat we gebakken dumplings voorgeschoteld krijgen. Verder proberen we wat items uit een grote bak met boullion (Odén o.i.d.) en wat minder avontuurlijk van de diverse groentespiezen. En wat denk je? Alles is lekker!
De keurige zakenman naast ons spreekt een beetje Engels, al wuift hij de complimenten daarover direct weg en verontschuldigd zich daarvoor. Wij op onze beurt dat we geen Japans spreken en zo begint een gesprekje. Inderdaad is zijn Engels niet fantastisch, maar we redden ons. Al snel leren we over het eten, wat we vooral (en waar) nog eens moeten proberen. Hij komt wekelijks bij deze straatstal en heeft als beroep “company worker” (?) en na een overplaatsing is hij een paar jaar in Fukuoka gestationeerd. Zijn familie woont in Tokyo. Na een tijdje vraagt hij of we al in een Sake-bar zijn geweest. Na onze ontkenning wil hij ons graag meenemen naar zijn favoriete bar. We lopen een minuut of wat en komen een gezellig klein barretje binnen met een lachende barvrouw en 4 andere mannen aan de bar. Een grote verlichte koeling met vele grote flessen Sake straalt ons tegemoet. Hij vertelt dat deze allemaal uit Fukuoka komen. We vragen hem wat lekker is en drinken er verschillende. Hapje erbij, kletsen en genieten. Nou ja dat laatste valt wel mee, want…. We vinden Sake niet echt lekker, maar we doen ons best!
Waar we al bang voor waren gebeurde daarna ook… Ik vraag de rekening aan de bardame, maar voor ik heb kunnen ageren heeft hij deze in handen en betaalt… We mogen beslist niet (mee)betalen van onze nieuwe vriend. Protesteren, netjes aanbieden, vragen, en nog eens, en nog een protest… niks helpt! Ongelooflijk, 60 euro uitgeven aan wildvreemden! Wat een gastvrijheid! Een beetje beschaamd (en met nog een een halfslachtige poging), maar dankbaar voor de leuke avond, nemen we afscheid! Nog een keer bedankt Tenakao! (of zoiets…)
Na Fukuoka gaan we onderweg naar Unzen en verblijven in een echte Ryokan. Dat is een chic Japanse stijl spa-hotel met thermaalbaden. In het hotel wordt je in de watten gelegd, konden we de helende werking van de baden proberen en vooral ook relaxen. Een kamer in Tatami stijl, dus rijstpapier aan de muren en zitten en slapen op de grond!
Eenmaal met de bus in het dorp aangekomen is meteen duidelijk dat we bovenop een vulkaan zitten…. overal om ons heen komt stoom uit de grond en geluid van borrelend water. De vulkaan zelf is al een behoorlijke tijd inactief, maar de geisers zeker niet! Jammer is dat de leidingen (die naar de hotels lopen) overal zichtbaar zijn, maar dat mag de pret niet drukken want we komen voor zo’n hotel!
De buitenkant is sowieso niet belangrijk, zo blijkt, want we schrikken een beetje als we ons hotel zien staan. Als we de deur door stappen is het een ander verhaal; binnen is het er prachtig en de service… Om in een blog over te schrijven! Na binnenkomst krijgen we een welkomstdrankje en hapje in de mooie lobby met uitzicht op de Japanse tuin. We krijgen een Japanese-style kamer, en er wordt een passende Kimono voor ons gezocht die we de rest van het verblijf kunnen aanhouden en waar iedereen in rondloopt… dus wij ook! Het voelt een beetje vreemd als enige westerlingen, maar niemand kijkt er vreemd van op.
Na nog een rondje langs de verschillende hot-springs (in ons normale kloffie) gaan we terug naar het hotel om de baden uit te proberen. Het badhuis heet een Onsen en vind je overal door Japan heen, ook in de steden. Het komt met strikte gedragsregels; Ze noemen het “the naked friendship” en vooral ook niet plonzen in de onsen! Maar ook dat je jezelf van tevoren uitgebreid wast met veel zeep aan de daarvoor bedoelde wastafels. Het is de bedoeling dat je schoon het bad in stapt, dus de gemiddelde bezoeker zit daar gerust een minuut of 15 te soppen! Daarna stap je een badje in van zo’n 40 graden en knik je een paar Japanners vriendelijk tegemoet. In dit geval konden we ook kiezen voor een buitenbad, wat een iets meer natuurlijke aankleding en feel heeft. De meeste badhuizen zijn niet gemengd, maar later die avond konden we ook nog, op afspraak, samen in een privé badje! Wel zo relaxed!
Na het badderen terug naar de kamer en na enige tijd wordt er op de kamer geklopt. Een meisje komt in prachtig traditionele kleding onze tafel klaarmaken voor het diner. We eten die avond een uitgebreide Japanse maaltijd in onze kamer. Stipt op tijd stapt het meisje met onze eerste gang de kamer weer binnen. En de rest volgt snel. Iets te snel, maar het zijn snelle eters hier! Na de 11 verschillende gerechten (van tofu-soep en hotpot, tot veel rauwe en gerookte vis) hebben we een beetje spijt dat we niet het westerse ontbijt hebben besteld voor de ochtend, maar ja… We wilden een Japanese experience en die kregen we! Na het eten wordt ons bedje door het zelfde meisje neergelegd en opgemaakt, met bijpassende kimono-pyama! Ook het ontbijt was niet geheel naar ons bekkie, maar ook daar hebben we ons dapper doorheen geslagen en toch leuk om meegemaakt te hebben!
Op naar Nagasaki…. Het lijkt inmiddels wel of we de gruwelen van de tweede wereldoorlog aan het volgen zijn, maar ook hier ontkomen we niet aan deze stad en het indrukwekkende het atoombom-museum. Na de eerste bom op Hiroshima is hier op 9 augustus 1945 om 11:02u de tijd letterlijk stil gaan staan.
Verder was er een drakendans-festival in Nagasaki en een Nederlands wijkje, maar ook veel regen… Bah! Dus heerlijk koffie drinken met zowaar lekkere cheesecake!
Het klinkt misschien wel wat verwend en ondankbaar, maar ondanks bovenstaande mooie ervaringen hebben we tot dusverre nog niet het “wow”-gevoel in Japan. Niet dat het niet mooi is, maar de steden zijn wel wat grijzig en niet zo sprankelend (al was Fukuoka ‘s avonds wel een levendige uitzondering) en de tempels en tuinen mooi… maar we hebben er al een aantal gezien. De zen-tuinen zijn soms prachtig, maar soms met achterlijke prijzen om te bezichtigen. Wat wel weer gaaf is bij veel tempels en met name opviel in hartje Kyoto; wanneer je de poort doorstapt vanuit de stadse drukte sta je ineens “buiten de stad” in een perfect rustige omgeving. Geen verkeer, maar rust en natuur! Het is beslist niet dat we ons niet vermaken, en zijn altijd blij met nieuwe ervaringen. Maar Jacomien analyseerde dat het toch heel anders moet zijn als je uit Nederland rechtstreeks in Japan aankomt. Omdat we al een tijdje onderweg zijn komt het simpelweg anders binnen. Zeker ook na China, zijn we hier in een beschaafdere versie van dat land terecht gekomen. Misschien hebben we het ook nog niet zo getroffen met het weer hier, dat speelt zeker ook mee. Evenals onze ervaring van de week waar we 3 uur treinden naar Kagoshima om een actieve vulkaan te zien waarvan we slechts de onderste helft zagen door de (regen)wolken. Geen as, geen lava, niks!
We hebben de afgelopen dagen gerealiseerd dat het stedelijke gedeelte (op Tokyo na) wel geweest is en we het vanaf nu over een andere boeg kunnen gooien. Minder stad en meer natuur! Dat is sowieso meer ons ding! En dat we toe zijn aan een beetje strand!
Jacomien in the regen!
Dus we hebben het eerste beste ticket gekocht, voor onze eerste vlucht sinds het begin, naar de Kerama eilanden; Vandaar schrijf ik dit bericht vanaf het tropische eiland Zamami. We hebben dus een soort korte vakantie tussen het reizen ingelast! Even wat strand, snorkelen en een boekje lezen! Genieten!
Woensdag vliegen we weer naar de grotere Japanse eilanden om ons verder te vermaken met onder andere een fietstocht tussen eilanden en daarna de Japanse Alpen, Mount Fuji en Tokyo.








