De hele dag vind je om je heen nieuwsgierige blikken en als je “Mingalaba” (Hallo) roept of zelf een voorzichtig lachje uitprobeert dan wordt je veelal terugbetaalt met een hele dikke glimlach en een bijna gezongen groet! Vooral kinderen, maar ook ouderen roepen je graag zelf Hello, Bye Bye of Mingalaba toe waardoor onze kennismaking met Myanmar aanvoelde als een heel warm bad. Letterlijk, want warm is het en vochtig ook!

(Nee, deze meiden zijn niet beschimmeld, maar veel mensen (met name vrouwen en kinderen) dragen een vermalen houtsoort op hun gezicht tegen de zon en als beauty product! Aan wie kunnen we het opsturen? 😉 )
Het klinkt misschien een beetje narcistisch, sterker nog, dat is het misschien zelfs gewoon, maar je voelt je hier als reiziger nog echt welkom en zelfs gewild, en dat voelt best weer goed, moet ik zeggen. De mensen zijn veelal dankbaar dat je er bent en al helemaal als je hun etablissement komt bezoeken en laten dat vaak in hun gezichtsuitdrukking ook zien. Zo kregen we extra goede stukken vlees en zelfs een extra gerecht en gratis water, omdat een dame het zo leuk vond dat we in haar simpele restaurantje kwamen eten. We kregen zelfs een papiertje met dankbare tekst in Birmees mee. Wat we ook probeerden, meer betalen mochten we niet, en het was toch bepaald niet nodig gezien de € 1,50 die we aan onze gehele lunch besteedden. Ik zal proberen haar toe te voegen aan Tripadvisor of Google en hoop dat we haar business daarmee een boost kunnen geven, al had ze het al behoorlijk druk met de lokale bevolking.

Het eten is dus erg goedkoop, tussen 1 en 8 euro pp. Overnachten is in verhouding een stuk prijziger, we betalen hier zo’n 25-45 euro voor een simpele kamer met airco. Al is zo direct na Japan niks meer duur voor ons, we hebben ons daarom al een paar keer laten verleiden tot flinke luxe. 😉 De prijs van het vervoer is ook sterk afhankelijk van de mate van luxe. Een gewone bus kost bijna niks, maar we moesten deze week een auto met chauffeur regelen (omdat ander vervoer te ver om, of te lang duurde) en dat kost dan ook meteen stevig. Je kunt daarin duidelijk merken dat het land nog niet klaar is voor het grote toerisme. De infrastructuur is nog geheel niet op orde, althans niet in de uithoeken van het land. Grote delen zijn dan ook pas in de afgelopen jaren geopend voor de toeristen, maar ook de bewoners zelf reisden niet van de ene naar de andere kant. We hebben soms best moeite om te reizen zoals we gewend zijn en moeten iets meer vooruit plannen, maar ook dat is geen garantie op vervoer.
We zijn min of meer naar Myanmar gelokt door andere toeristen die stuk voor stuk zeggen; Het is fantastisch, als je wilt moet je nu gaan, anders ben je wellicht te laat. Dat wil zoveel zeggen als; Het land ondergaat forse veranderingen en worstelt met zichzelf en het behouden van de cultuur. Ze juichen het toerisme enorm toe, maar weten niet van een goede aanpak. Er wordt wel gezegd dat het een 2e Thailand zou kunnen worden waar massa’s jongeren uit hun dak gaan en cultuur verloren is gegaan aan het “foute” toerisme. Al is het natuurlijk maar hoe je ernaar kijkt. We zijn enerzijds blij dat we er zijn, anderzijds gooien wij ook een steen in de vijver door nu net als vele anderen nog “net op tijd” te willen zijn. Velen doen een standaard rondje Myanmar wij besluiten wat meer de rustige hoeken op te zoeken;
We zijn onze trip begonnen in Yangon en hebben daar 2 dagen geacclimatiseerd en een grof plannetje gemaakt voor onze 3 weken in Myanmar.
(De meer dan heilige en enorme Shwedagon Pagode en een straatje “Koloniale” huizen in Yangon)

Het zuiden had onze voorkeur (minder bezocht), daarom hebben we een vluchtje naar het zuidelijkste puntje Kawthaung geboekt. Op de dag van aankomst dikke plensbuien. De boot-/ snorkeltrip waar we ook een beetje voor kwamen bleek voor de komende dagen geannuleerd wegens slecht weer… Oei… we hebben onze plu’s in Japan achtergelaten… wat te doen? Gelukkig hebben we een comfortabele kamer en was het restaurant van het hotel erg goed en serveerde ons vele stevige Gin-Tonics om het verdriet weg te drinken. Tot onze verbazing schijnt de volgende dag gewoon de zon en kunnen we op pad richting het dorp. Al lopend worden we vrolijk toegezwaaid en voelen we ons helemaal thuis.
Wat we ook proberen, een dagtocht op een bootje is niet te vinden. Onderweg vinden we wel een andere boottrip, maar dan 4 nachten aan boord van een klein jacht varen door de Mergui archipel. We spraken later twee jongens die net terug kamen van zo’n trip en het leek wel echt prachtig. 4 nachten op een klein jacht; 1100 USD per persoon en dat blijkt de goedkoopste optie. Toch twijfelen we sterk, want het gebied is bijna onontgonnen en over een jaar of wat staat het hier waarschijnlijk vol met hotels en (cruise)schepen en zijn de befaamde vissende sea-gipsies misschien we niet meer te vinden. De planning bleek voor ons niet haalbaar en daarom zien we er toch vanaf.
(Krabbenvisser glijdt op z’n sleetje over het drooggevallen zand)
Op naar Dawei waar ons een brommer-trip (oh nee.. motor! 125cc hihi) van 3 dagen staat te wachten over het schiereiland, de “Dawei Peninsula”. We ontmoeten in de ochtend onze gids Nanpan die ons meeneemt op dit avontuur. In Dawei brengt hij ons naar zijn favoriete theehuis. “In dit soort gelegenheden gebeurt het allemaal. In de theehuizen worden de grote beslissingen gemaakt en plannen gesmeed.”, vertelt hij. Hij spreekt bijzonder goed Engels en vertelt ons veel over zijn land en de historie. Daarna vertrekken we met de brommer langs een paar lokale markten en koopt hij wat lekkernijen voor ons die we niet kennen. Rode bananen, palmsuiker als snoepje, een gekke witte knol die verrassend naar fruit smaakte…


Onderweg eten we fritters (in beslag gefrituurde groente of garnalen) en drinken we palmwijn met de locals. We moeten nog rijden dus niet teveel natuurlijk en dat is maar goed ook, want tegen de avond komen we nabij Paradise Beach Bungalows en worden mijn kwaliteiten als brommerrijder stevig op de proef gesteld. Er wacht ons een 2 km lange jungletocht over drassige paden, stronken, stenen en hele smalle paadjes en tussen overhangende bomen en rotsen door. In mijn uppie is dat al een uitdaging om keurig doorheen te geraken, maar ik wil Jacomien achterop de brommer ook niet beschadigen! Er is een stuk wat té stijl over de rotsen omhoog gaat voor twee, maar voor de rest lukt het (2x heen en 2x terug) veilig door deze woestenij te manoeuvreren. Eenmaal bij de bungalows aangekomen is de zonsondergang bijna compleet en komt een vissersboot nog even de baai bezoeken…. Wat een welkom! We krijgen nog een warm welkom van de 8cm grote spin in onze badkamer die haar (bijna) kindertjes onder haar vervoert….. Brrrr!


Nanpan neemt ons de volgende morgen mee naar de verlaten stranden in de buurt waar we met de brommer overheen kunnen scheuren. We eten bij verre familie van hem, die een stuk land aan een van de stranden heeft. Ze wonen zelf in het eenvoudige dorp erachter, en het is er doodsimpel en ze hebben bijna niks, maar wat een rijkdom! De familie is super vriendelijk en de man en vrouw hebben die dag hun kleinkinderen mee. Er groeien onder andere guave en kokosnoten die we ook meteen in onze handen gedrukt krijgen. We krijgen een maaltje voorgeschoteld met een pittige viscurry, rijst en een soep van bloemetjes… bijzonder, zullen we maar zeggen! Na de maaltijd relaxen we een beetje en hebben we wat handgebaren-lol met de eigenaren. We rijden nog naar de Pagode op de punt van de Peninsula en keren vroeg weer terug naar de bungalows zodat we nog een beetje langer kunnen zwemmen.



De plek en het strand zijn geïsoleerd en fantastisch en we zijn jaloers als mensen vertellen dat ze er al een week zitten. “Vervelen?!? Nee, hoor!!” En dan kost het ook nog eens weinig… maar ja, wij kozen voor 3 weken Myanmar en moeten verder, anders zien we te weinig van het land. Ook zonde!

De volgende dag rijden we met de brommert weer terug naar Dawei. De avond bus naar Mawlamyine komt om half twee ’s nachts langs ons hotel… we checken in en eenmaal weer goed in bed blijkt er een feestje aan de gang! Tot drie uur stampende muziek van een wanstaltige smaak van heb ik jou daar, door het hele hotel te horen. Dus uitslapen en aan het zwembad liggen lijkt een prima dagbesteding. Tijdens de zonsondergang willen we naar de Pagode, maar verder staat er weinig op het programma.


We reserveren een boot voor de volgende dag om in Hpa-An te komen. Er is ook een bus, maar de boot lijkt een leuker alternatief. De volgende ochtend staan we er om 8 uur en de boot vertrekt niet veel later met nog 4 andere toeristen aan boord, maar zoals bleek toen we van de boot afstapten met maar 5 rugtassen…. De mijne stond nog in Mawlamyine! Da’s wel ff schrikken! OK, in de kleine tas zaten de waardevolle dingen, maar al mijn kleren…. ARRGGGHHHH! Als je weet hoe groot die mensen hier zijn… Na de reconstructie hoe het gebeurd kon zijn (de man die mijn tas droeg ging toch echt richting de boot, en toen viel er iets….) werd er met een telefoontje duidelijk dat mijn tas was gevonden en met de eerste beste bus zou meekomen en in het hotel afgeleverd zou worden. Pfoe….! Later die dag kwam de tas zonder problemen en compleet met inhoud aan!

Diezelfde avond lopen we een rondje over het lokale festival. Het is hier festival seizoen en richting de volle maan is het hoogtij! Een festival is wat wij een uitgebreide kermis zouden noemen. Flinke markt, met podia en attracties en veel, heeeeel veel eten! We eten wat, Jacomien laat voor veel teveel geld haar hand lezen (Carla, graag na de reis wat verificatie, want dit was echt te voorspelbaar!) en kijken wat rond bij de verschillende met mankracht aangedreven attracties zoals het “reuzen”rad. We taaien wat eerder af want we voelen ons beide niet helemaal fit. De volgende dag is dat nog niet veranderd, dus we zien af van het plan om in de hitte de berg “Zwekabin” op te lopen, maar huren een brommer om er omheen te rijden en de Boeddhistische grotten te bezoeken. Vooral de eerste was prachtig, omdat we door de berg naar de andere kant komen lopen en vandaar met een vissersbootje door de rijstvelden weer terug werden gebracht!


Donderdag vertrokken we met een privé auto naar Loikaw of eigenlijk Pekon. De trip was erg lang en de chauffeur haalde onderweg zijn vrouw nog even op (een weekendje weg op onze kosten 😉 ) maar ze spraken beide weinig Engels. Toen we bij Loikaw waren vroegen we of ze ons bij het hotel af konden leveren…. Na heel lang zoeken en veel vragen langs de kant van de weg kwamen we aan op een plek die zeker niet de door Google en booking.com aangegeven locatie was. En dat na meerdere malen te hebben geroepen dat het niet goed ging, hij nog eens vragen buiten. Wij het hotel nog eens bellen (ook geen Engels) en aan hem gegeven. Na een tijdje de verkeerde kant op te rijden in onze visie (GOOGLE!) Telefoons leeg… shit… Wij waren inmiddels totaal overtuigd dat onze chauffeur zowel gek als vreselijk eigenwijs was… bleek het toch echt ons hotel! Oeps…. Sorry sorry sorry en hartelijk dank en een dikke fooi voor de extra kilometers.
Je hebt hier in Kayah state (rond Loikaw) een gids nodig om ergens in de uithoeken te komen en eigenlijk ook iemand die de weg goed kent, de taak voor een chauffeur hier. Het gebied is nog maar 2 jaar open voor toeristen. De dagen voor de trip hadden we al wat contact met gidsen waarvan een ons vertelde zelf niet te kunnen, maar “Irene” adviseerde. Het contact met Irene verliep in het begin wat stroef, omdat ze nogal laat antwoord gaf op de sms-jes (later begrepen we waarom). En de prijs werd ineens flink opgedreven toen we buiten het dorp bleken te zitten. OK, ook voor ons was het verder dan gedacht moeten we toegeven.
Het werd een hele andere dag dan we maar hadden kunnen vermoeden. 45 minuten na de afgesproken tijd rijdt een vol bestickerde oude Nissan het terrein van het hotel op en stappen er twee vrolijke huppels van een jaar of 20 uit, de chauffeur blijft in de auto. De één spreekt net iets beter Engels dan de ander en doet het woord. Zij blijkt echter niét de officiële gids, maar haar zus / vriendin. Ze doen het samen, dus wat ons betreft geen probleem. Jacomien vraagt wat we precies gaan doen. Hoe ziet de dag eruit…? Niks! Zelf doen we een tweetal suggesties waar ze met één wel wat lijken te kunnen. Omdat we de onderhandeling nog moesten afmaken komen we tot een akkoord voor de prijs voor een hele dag (Jacomien geeft geen haarbreed toe! Keiharde onderhandelaar, hoor!). We worden bijna de auto ingeduwd en we gaan op pad. Onderweg is het erg stil. We stellen wat vragen, maar al vrij snel weten wij het volgende antwoord al… Zij weten het ook niet! We grappen naar elkaar of we moeten vragen om ons wat diepgaandere kennis over de stammen te vertellen, maar eigenlijk is het diep, diep triest. Onderweg stoppen we nog even om wat “giften” te kopen voor de lokale bevolking. Koekjes en snoepjes voor de kinderen weten we nog om te zetten in Shampoo, Olie en wasmiddel.

In het eerste dorp waar we aankomen staan we direct oog in oog met de “Kayan”. Ook wel de longnecks genoemd omdat de vrouwen goudkleurige ringen om hun nek dragen (tot 28 toe!). Of hun nek ook daadwerkelijk langer is of het alleen maar lijkt zullen we naar moeten blijven gissen. De vrouwen zijn prachtig en verkopen diverse souvenirs in shops aan huis, die ze zelf terplekke weven. Een andere vrouw zit lekker op haar gitaar te tokkelen en als de zus van de gids het vraagt (we hebben tóch blijkbaar iets aan haar) dan speelt en zingt de dame een getergd liedje voor ons! Verderop is er nog een marktje, maar daarvan krijgen we toch minder het authentieke beeld.

Met de gedachte naar het volgende dorp te vertrekken verlaten we de markt. We zijn glad zo’n drie uur op weg en het stelletje ongeregeld waar we mee op pad zijn wil eigenlijk alweer afsluiten en ons naar het hotel terugbrengen. We hebben nauwelijks nog iets weggegeven van de door ons ingekochte giften en we geven duidelijk te kennen hier niet van gediend te zijn. Er wordt een plannetje gemaakt waaruit blijkt dat de dag verder gaat, en niet veel later stapt de zus uit de auto om ons vervolgens gedag te zeggen. We zitten nu nog met een slecht Engels sprekende gids en een chauffeur die zijn werk doet, maar daar is dan ook alles mee gezegd. We worden naar nog een paar Pagoda’s in de stad vervoert (ook mooi, maar er staan er zoveel in het kand dat je er blind één kunt aanwijzen hier. Altijd prijs!) , maar een ander dorp met de Etnische groeperingen zit er niet meer in.

Behoorlijk teleurgesteld keren we terug en gaan het gesprek aan met de “gids”. We geven haar wat advies hoe ze het beter aan kan pakken, maar ze begrijpt ons maar half en talent voor het vak had ze blijkbaar toch al niet… We betalen haar een deel van het afgesproken bedrag en eigenlijk nog veel teveel. Erger is nog dat we voor de tweede dag nu helemaal geen gids hebben (en een zak vol giften) en dus eigenlijk voor deze slechte ervaring naar deze hoek zijn gereisd!
Dit is ook Myanmar denken we dan maar. Maar dat is wel jammer, want we zijn overtuigd dat we niet de enige zijn. Het kan simpelweg betekenen dat het toerisme in dit prachtige gebied in korte tijd kapot gemaakt wordt door te hoge prijzen, verkeerde intenties en slechte gidsen. Met een beetje supervisie kan de cultuur behouden blijven en prfiteert de regio daar voor hele lange tijd van.

We zijn wel echt blij de Longneck vrouwen gezien te hebben! We lazen elders dat het dragen van de ringen toch ook wel de laatste generaties bereikt heeft. Niet zo gek, want het moet toch vreselijk oncomfortabel zijn (ze gaan/kunnen niet af), en niet meer van deze tijd. Maar zo lazen we ook in hetzelfde artikel dat de laatste generatie ze nog met trots draagt en dat hebben we nog wel kunnen zien!
Met nog een krappe week te gaan in Myanmar vertrekken we morgen naar het Inle lake en met name ook Taunggyii, waar tijdens hun festival grote luchtballonnen volgeladen met vuurwerk opgelaten worden. Daarna het heilige Bagan met z’n 1000+ pagodes en weer terug naar Yangon voor onze vlucht.
Keep you posted!
hoi hoi,
super leuk weer om te lezen wat jullie allemaal beleven, terwijl de kou hier weer binnen treedt, met nattigheid en alle ongemakken van herfst en winter. bleegh…..
een klein beetje zonneschijn, op de regenachtige. dag in nederland …
Ook al heeft jullie reis zijn pieken en dalen, jullie photos zijn in elk geval echt bijzonder mooi!!!
Heerlijk meelezen. Thanks
Wow! Supermooi geschreven en prachtige foto’s! Alsof ik er zelf een beetje ben 😉
Geniet van wat nog rest en ik graaf hier ondertussen wat verder in jullie verhalen!
X